HEB JIJ EEN (GOEDE) IE STRATEGIE?

Intellectuele eigendom, ofwel IE, is voor de meeste innovators van levensbelang. Daarom verbaast het ons dat de meeste startups zo weinig nadenken over een goede IE strategie. Gevraagd naar de manier waarop een startup omgaat met haar intellectuele eigendomsrechten, komen de meesten niet verder dan ‘we hebben onlangs een octrooi aangevraagd voor de technologie die wij op de markt gaan brengen’. Of: ‘volgens mij hebben wij de naam en het logo waaronder wij ons product aanbieden als merk geregistreerd’. Dat is een goed begin, maar er is zoveel meer te doen met je IE.

Een goede IE strategie zorgt ervoor dat de manier waarop je de assets van je bedrijf beschermt en exploiteert, optimaal bijdraagt aan het verwezenlijken van je commerciële doelstellingen. Het formuleren van zo’n strategie begint bij het identificeren van je IE: wat zijn onze belangrijkste assets, hoe hebben we die beschermd (of hoe kunnen we die beschermen) en op welke manier exploiteren we die op dit moment? Ook is het belangrijk om in kaart te brengen over welke IE rechten de concurrentie beschikt. Je zult namelijk niet de eerste zijn die na aanzienlijke investeringen tot de conclusie komt dat, bijvoorbeeld een octrooi van je grootste concurrent, de marktintroductie van je nieuwe product belemmert. Een en ander vergt veel onderzoek.

Gelukkig is veel informatie over bestaande IE rechten openbaar. Zie bijvoorbeeld de website van het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (
www.boip.int) of de website van Octrooicentrum Nederland (www.rvo.nl).

Heb je eenmaal in kaart gebracht over welke (mogelijke) IE rechten je beschikt en hoe het concurrentielandschap eruit ziet, dan kun je gaan nadenken hoe je IE kunt inzetten om je commerciële doelstellingen te behalen. Het gaat erom dat de manier waarop je met je IE omgaat past bij je bedrijfsstrategie. In het algemeen kun je IE inzetten om concurrerende producten van de markt te houden, (licentie-) inkomsten te genereren, investeerders te trekken, de prijs voor je producten te verhogen, potentiele inbreukmakers af te schrikken of een inbreukactie tegen je bedrijf af te weren.

Vragen die je jezelf kunt stellen zijn:
• Welke door IE gesteunde producten vormen het grootste deel van mijn inkomsten?
• Welke IE ondersteunt onze meest waardevolle producten?
• Is er IE dat onafhankelijk opbrengsten oplevert (bijvoorbeeld door licentiering)?
• In hoeverre geeft IE ons een concurrentievoordeel?
• Hoeveel meer zouden we daarom voor onze producten kunnen vragen?
• Geeft IE ons een marketing voordeel?
• Waarderen onze klanten onze producten meer doordat ze beschermd zijn?
• Is IE noodzakelijk om funding te verwerven?

Met het beantwoorden van deze vragen ben je er nog niet. Het ontwikkelen van een IE strategie vraagt ook dat je rekening houdt met factoren als de time-to-market en de levensduur van je product. Als de time-to-market kort is, kun je je namelijk afvragen of het zin heeft om veel geld te investeren in het opbouwen van een octrooiportefeuille, zeker als ook de levensduur van je product kort is. Ontwikkel je een platform, waaruit in de tijd meerdere producten voort zullen komen, dan kan de conclusie uiteraard anders zijn. Een ander voorbeeld: de IE portefeuille van je concurrenten, gekoppeld aan de vraag of je concurrenten in zijn algemeenheid optreden tegen inbreuk. Ligt een inbreukactie voor de hand, dan is het slim om niet alleen zoveel mogelijk van je concurrent weg te blijven, maar zou je ook kunnen proberen om aanvullende IE te verkrijgen om een inbreukactie af te weren.

Al dit voorwerk leidt ertoe dat je weet hoe jij jouw IE kunt inzetten om je bedrijfsdoelen te verwezenlijken. Ook weet je dan wat jouw ‘core’ IE is, welke IE je eigenlijk niet nodig hebt en welke IE je nog zou moeten verwerven. Met deze kennis kun je vervolgens een plan opzetten dat voorziet in optimale bescherming en exploitatie van je ‘core’ IE, het afstoten van IE die niet tot je core-business behoort (bijvoorbeeld door het aan anderen tegen een vergoeding in licentie te geven) en het zelf ontwikkelen of aankopen van IE die je nog mist. En kun je met recht zeggen: ‘Ik heb een goede IE strategie’.

STARTUPASSISTANT.NL IN GOEIE ZAKEN MAGAZINE

Startupassistant.nl krijgt in het regionale businessblad ‘Goeie Zaken’ aandacht met een redactioneel artikel. Lees hierin alles over onze dienstverlening voor startups en het ontstaan van Startupassistant.nl. Bekijk het artikel hier.

HOE EEN START-UP MET LAUNCHING CUSTOMER STAPPEN MAAKT

Voor een start-up is het vinden van een launching customer vaak de eerste grote stap voorwaarts. Het contracteren met launching customers vraagt echter flexibiliteit. Lees hier de ervaringen van het Eindhovense Peer+, pionier op het gebied van smart glass. The Law Factor begeleide Peer+ bij het maken van goede afspraken en passende contracten met een evenredige verdeling van risico’s en revenuen. Lees in dit artikel meer hierover.

BESCHERMING VAN BEDRIJFSGEHEIMEN IN BEWEGING

De bescherming van bedrijfsgeheimen is in Europa altijd een ondergeschoven kindje geweest. Waar veel wetten op het gebied van intellectuele eigendom al geruime tijd geharmoniseerd zijn, geldt voor de bescherming van bedrijfsgeheimen dat iedere lidstaat zijn eigen regels kent. Dit vormt een beletsel voor de vrije uitwisseling van informatie in grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden. De Europese Commissie is zich hiervan bewust en heeft eind 2013 een richtlijn aangekondigd die hierin verandering moet brengen.

Bij het intellectuele kapitaal van een technologiebedrijf denkt men al snel aan octrooien. Aan een octrooi kleeft echter het nadeel dat de daarin besloten uitvinding openbaar is. Bovendien is het opbouwen en in stand houden van een octrooiportefeuille kostbaar. Als het gaat om uitvindingen die uitsluitend binnen de muren van het eigen bedrijf worden gebruikt, kiezen veel bedrijven er dan ook voor om deze te beschermen door ze geheim te houden. Denk in dit verband aan innovatieve productieprocessen of productietools.

In een tijd waarin steeds meer producenten van high tech systemen de verantwoordelijkheid voor de gehele life cycle van onderdelen van hun producten uitbesteden aan strategische toeleveranciers, is volstrekte geheimhouding geen optie meer. Toeleveranciers moeten bereid zijn om hun ontwikkel- en maakkennis ter beschikking te stellen en aan de producent over te dragen in het geval de samenwerking wordt beëindigd. Een gebruikelijke manier om kennis in zo’n geval te beschermen, is het overeenkomen van een geheimhoudingbeding, gekoppeld aan beperkte licenties voor het gebruik van deze kennis in geval van beëindiging van de uitbestedingovereenkomst. Zo’n geheimhoudingsbeding kan worden versterkt door het opnemen van boetes en een bepaling die te toeleverancier de mogelijkheid biedt om de naleving van de licentievoorwaarden te controleren.

Helemaal waterdicht is deze praktijk niet. Zo blijft de toeleverancier voor de internationale handhaving van het beding en het vorderen van volledige schadevergoeding vaak afhankelijk van de regels van het land waar zijn contractspartij is gevestigd. Het voorstel van de Europese Commissie beoogt deze regels enigszins te harmoniseren. Daarmee voorziet het in een duidelijke behoefte.

GEHEIMHOUDINGSOVEREENKOMSTEN: ‘CATCH ALL’ OF ALLEEN GEKENMERKTE INFORMATIE?

In veel geheimhoudingscontracten staat de verplichting om alle informatie die men onder zo’n contract ontvangt, geheim te houden. Of door de verstrekkende partij nu wel of niet expliciet is aangegeven dat informatie geheim of vertrouwelijk, de informatie moet sowieso geheim worden gehouden.

Veel ondernemers denken dat deze ‘catch all’ benadering beter is dan de benadering waarbij alleen informatie die uitdrukkelijk als vertrouwelijk is aangemerkt, geheim moet worden gehouden. De gedachte daarbij is, dat je met een ‘catch all’ benadering voorkomt dat informatie per abuis niet als zodanig wordt gekenmerkt en de bescherming van het geheimhoudingscontract mist.

Wij vinden een ‘catch all’ benadering riskant. Want als niet duidelijk is welke vertrouwelijke informatie er onder een geheimhoudingscontract is verstrekt, zal het vrijwel onmogelijk zijn om te bewijzen dat het contract is geschonden. Met andere woorden, het geheimhoudingscontract biedt dan alleen schijnzekerheid.

Wij adviseren onze cliënten om in een geheimhoudingscontract expliciet op te nemen dat onder het contract te verstrekken schriftelijke informatie van woorden als ‘geheim’ of ‘vertrouwelijk’ moet worden voorzien. Met betrekking tot mondeling verstrekte informatie nemen wij vaak op dat het vertrouwelijke karakter daarvan binnen een bepaalde periode schriftelijk moet worden bevestigd.

Het voordeel van deze benadering is dat u zich bewust bent van de mate waarin informatie die u wilt verstrekken vertrouwelijk is en u dus beter kunt afwegen of u die informatie wel onder de geheimhoudingsovereenkomst wilt delen. Bent u alleen ontvanger van vertrouwelijke informatie, dan zorgt u met deze aanpak dat u uw geheimhoudingsplichten beter kunt managen.

NDA, BAAT HET NIET DAN SCHAADT HET NIET?

Bij veel technologiebedrijven heerst de gedachte dat het nooit kwaad kan om een NDA te sluiten voorafgaand aan de eerste gesprekken met potentiële businesspartners. In onze vorige ‘Best Practice’ over dit onderwerp, gaven wij aan dat het verstandig is om alleen een NDA te sluiten als er daadwerkelijk vertrouwelijke informatie wordt uitgewisseld. Maar bedenk dat een NDA in uw situatie mogelijk niet voldoende is. In deze ‘Best Practice’ leggen wij uit waarom.

Een NDA is ‘slechts’ een schriftelijk vastgelegde afspraak om uw vertrouwelijke informatie geheim te houden. Als er ondanks het bestaan van een NDA vertrouwelijke informatie op straat komt te liggen, rust in het algemeen op u de plicht om te bewijzen dat die informatie onder de NDA is verstrekt en in strijd met de NDA door uw zakenpartner is gelekt. In de praktijk blijkt het moeilijk om aan deze bewijslast te voldoen.

Wij adviseren u om altijd eerst na te gaan of de voordelen van het delen van de informatie opwegen tegen de risico’s ervan. Stel uzelf de vraag wat er zou gebeuren als de vertrouwelijke informatie op straat komt te liggen of zonder toestemming door uw zakenpartner wordt gebruikt. Bedenk dan of er betere manieren bestaan om uw informatie te beschermen. Bijvoorbeeld door eerst een octrooi aan te vragen. Of door uw informatie uitsluitend onder zeer strikte voorwaarden te delen, bijvoorbeeld alleen mondeling en met een stevig boetebeding. Of doe zoals veel zeer succesvolle technologiebedrijven: houd uw informatie geheim.  

DE RISICO'S VAN CROWDFUNDING

Crowdfunding is een term die vaak wordt gebruikt wanneer midden- of kleinbedrijven via een (online) platform eigenhandig financiers, vaak consumenten, proberen aan te trekken om haar doelstellingen te financieren. Met name voor consumenten geldt dat het verstandig is de volgende stappen te volgen om de kans op identiteitsfraude, wanbetaling en het vertrouwen op misleidende / onbetrouwbare informatie, te verkleinen.
 
1. Controleer via de registers van de Autoriteit Financiële Mededinging en de Nederlansche Bank of het crowdfunding-platform een vergunning of ontheffing heeft. Deze vergunning of ontheffing houdt in dat het platform aan bepaalde betrouwbaarheids- en deskundigheidsvereisten voldoet, zoals bijvoorbeeld een klachtenregeling en een beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
2. Ga na of je voldoende informatie hebt om te kunnen zien of de doelstellingen van een crowdfunding-platform haalbaar zijn. 
3. Ga na via welke constructie het geld wordt geleend of geïnvesteerd.
4. Welke garanties geeft het crowdfunding-platform? Moet het platform bijvoorbeeld het geld terugstorten als bepaalde doelstellingen niet worden gehaald? Dit is een essentiële verplichting.
5. Ga na of het geld aankomt bij het project waar je op inschrijft. 
6. Het risico op wanbetaling is groter wanneer het crowdfunding-platform geen BKR-registaties van haar geldvragers nagaat. Controleer dus of het platform deze check uitvoert.

EEN GEHEIMHOUDINGSOVEREENKOMST OF NIET?

Het sluiten van een geheimhoudingsovereenkomst, in het Engels ook wel een ‘non-disclosure agreement’ of ‘NDA’ genoemd, is een veelgebruikte manier om bedrijfsgeheimen te beschermen. Maar is het altijd zinvol om een NDA te sluiten?

Hoe weet u wanneer een NDA op zijn plaats is? En welke eisen zou u aan een NDA moeten stellen? Wij geven u een aantal richtsnoeren. Hierbij de eerste twee: is de uit te wisselen informatie wel geheim en is het ook mogelijk om zinvol met elkaar te praten zonder geheime informatie uit te wisselen?
 
NDA’s komen vaak tot stand in het kader van de eerste gesprekken over een potentiële business relatie. Vaak is de informatie, die in dat kader wordt uitgewisseld, helemaal niet geheim. Denk bijvoorbeeld aan publieke informatie die, al dan niet met enig speurwerk, op internet kan worden gevonden. In dit geval is het sluiten van een NDA niet aan te bevelen.
 
In zo’n eerste gesprek is het vaak ook vanuit strategisch oogpunt weinig zinvol om geheime informatie uit te wisselen. In veel gevallen kent u uw mogelijke zakenpartner namelijk nauwelijks, met alle risico’s van dien. Dus: waar het mogelijk is om de eerste, oriënterende gesprekken, zonder uitwisseling van vertrouwelijke informatie te voeren, verdient dat de voorkeur.

Pas in een later stadium, als bijvoorbeeld diepgaand over bepaalde technische oplossingen of commerciële mogelijkheden gesproken moet worden, kan het sluiten van een NDA noodzakelijk zijn. Ook dan kunnen er echter redenen zijn om dat niet te doen, zoals wij in onze volgende best practice zullen uitleggen.

HANDELSNAAM OF MERK, REGIONALE OF TERRITORIALE BESCHERMING VAN MIJN BEDRIJFSNAAM?

Een wezenlijk onderdeel van het ondernemerschap is het kiezen van een goede bedrijfsnaam. Een bedrijfsnaam is een naam waarmee uw bedrijf zich in het handelsverkeer profileert en onderscheidt van anderen.
 
Een bedrijfsnaam – juristen spreken over een handelsnaam - ontstaat indien deze rechtmatig gevoerd wordt ter aanduiding van een onderneming. Een dergelijk recht ontstaat bijvoorbeeld door het gebruik van de handelsnaam op briefpapier, facturen, reclame materiaal, bestelbusje etc. Van oudsher diende de handelsnaam primair ter beschrijving van de onderneming. Tegenwoordig is een handelsnaam, evenals een merk, steeds meer als een teken ter onderscheiding van producten en diensten aan te merken.
 
Het recht op een merk ontstaat primair door inschrijving van dat merk in een van de daarvoor bedoelde registers, als Benelux-merk, Gemeenschapsmerk of internationaal merk. Vanaf inschrijving is het merk voor een periode van 10 jaar geldig, welke periode eventueel verlengd kan worden. Een merk dient primair ter onderscheiding van waren en diensten waarvoor het merk is ingeschreven en geeft het recht aan de merkhouder zich te verzetten tegen gebruik van een identiek of soortgelijk teken voor dezelfde of soortgelijke waren en/of diensten door een derde, zonder dat deze derde hiervoor toestemming heeft verkregen van die merkhouder. 
 
Doordat de functie van de handelsnaam en die van het merk steeds dichter naar elkaar toe zijn gegroeid, komen handelsnaam en merk steeds vaker in elkaars vaarwater. Eveneens ontstaan daardoor geregeld geschillen omtrent gebruik. Het uitgangspunt daarbij is dat de houder van een (ouder) merk een sterker recht heeft dan degene die een (zelfde) handelsnaam voert.
 
Het recht op de handelsnaam verkrijgt u dus van rechtswege indien uw onderneming die handelsnaam rechtmatig voert. De beschermingswaarde is echter gekoppeld aan het geografisch gebruik en daarmee aan de (regionale) bekendheid van de handelsnaam. Eenvoudig gesteld; indien uw onderneming enkel actief is onder handelsnaam X in de regio Eindhoven, kunt u zich niet op bescherming beroepen indien een ander de handelsnaam X in bijvoorbeeld de regio Leeuwarden voert voor een soortgelijke onderneming.

De geografische beperking van bescherming geldt in veel mindere mate voor het merk. Een merk kan grofweg bescherming bieden voor de Benelux, de Europese Gemeenschap of (diverse landen in) de wereld, afhankelijk van het type inschrijving. Indien uw handelsnaam in bovenvermelde situatie tevens een merk is bent u dus niet gebonden aan de geografische beperking en kunt u, gevestigd in Eindhoven, op grond van uw merk X wel degelijk optreden tegen inbreuk door handelsnaam X in Leeuwarden (mits deze gebruikt wordt voor een onderneming die min of meer gelijke producten of diensten verkoopt of aanbiedt).
 
Enkele bescherming op grond van het handelsnaamrecht volstaat vaak prima indien uw onderneming slechts regionaal actief is. De meerwaarde van een merk is in zo een geval vaak nihil en brengt alleen maar extra kosten met zich mee. Als uw onderneming producten en/of diensten aanbiedt op een grotere afzetmarkt en dus niet louter regionaal opereert, is het zinvol eens na te denken over een merkregistratie. Vanzelfsprekend kunnen wij u daarover adviseren.